Lodewijk Pincoffs heeft een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van de haven van Rotterdam Zuid
Lodewijk Pincoffs (1827 – 1911) werd geboren als zoon van een Russische lakenhandelaar en lotenverkoper. Hij groeide op in een bemiddeld joods milieu en genoot zijn opleiding bij privé scholen in Nederland en Duitsland. Na zijn huwelijk vestigde zich in Rotterdam. Hij was ambitieus. Hij werd een geslaagd zakenman: door zijn handel met Afrika was hij een vermogend man geworden. In 1869 richtte hij met enkele vooraanstaande Rotterdammers, waaronder de burgemeester van Rotterdam, Van Vollenhoven, de Afrikaanse handelsvereniging (AHV) op. Hij was betrokken bij de oprichting van de Rotterdamse Bank en de vestiging van de Heineken Brouwerijen in Rotterdam. Hij genoot het vertrouwen van vele vooraanstaande Rotterdammers, maar werd niet algemeen geaccepteerd. Hij toonde graag zijn rijkdom en woonde tussen andere rijke Rotterdammers bij de Veerhaven. Sommigen omschreven hem als “de enige kloeke durver te midden van de huisbakken achterlijkheid”, anderen noemden hem een “olijke gauwdief” en een “ordinaire flessentrekker”
In 1856 werd hij gekozen als lid van de gemeenteraad van Rotterdam. Later nam hij ook plaats in de Provinciale Staten van Zuid-Holland. In 1872 werd hij het eerste joodse lid van de Eerste Kamer. Hij is zelfs gevraagd om minister van Financiën te worden, maar dat heeft hij geweigerd. Zijn blik was gericht op de ontwikkeling van de Linker Maasoever. Vol vertrouwen in de Rotterdamse haven heeft hij het initiatief genomen in de ontwikkeling van Rotterdam Zuid. In 1872 richtte hij met behulp van aandeelhouders en banken de Rotterdamse Handelsvereniging (RHV) op, die een beginkapitaal van 15 miljoen gulden bijeen had weten te krijgen. Met dit geld is heeft de RHV de ontwikkeling van de haven een belangrijke impuls gegeven. De gemeente zorgde voor goede oeververbindingen door de bruggen over de Maas te bouwen. Het eiland Feyenoord werd opgehoogd. De RHV heeft de Binnenhaven, de Entrepothaven en de Binnenhavenbrug gebouwd. Pincoffs leidde de ontwikkeling vanuit zijn kantoor in het Poortgebouw. De pakhuizen van het Entrepotgebouw behoorden tot de modernste van de wereld.
Pincoffs had goede contacten met het Huis van Oranje. Prins Hendrik steunde hem in zijn plannen. De Koninklijke familie was ook vaak aanwezig ais er een eerste steen gelegd moest worden. In de naamgeving van diverse projecten van Pincoffs zie je zijn koningsgezindheid terug: de prins Hendrikkade en de Koninginnebrug.
Het gunstige economische tij keerde echter. De AHV en de RHV kwamen in de problemen. Pincoffs probeerde deze te verdoezelen door de boeken te vervalsen. Er werd geld van de ene naar de andere Vereniging gesluisd. Speculaties om de verliezen goed te maken, verergerden de financiële situatie van de Handels Verenigingen. Toen deze miljoenenfraude aan het licht kwam, is Pincoffs gevlucht naar de Verenigde Staten, Rotterdam achterlatend met een financiële strop van 6,2 miljoen gulden. Zijn beste vriend, bankier Marten Mees, heeft toen een miljoen gulden verloren. Pincoffs is in New York, als een arme sigarenhandelaar, gestorven.
Wat zien we nu nog terug van Pincoffs? Er is een straat naar hem vernoemd, een standbeeld en hotel Pincoffs. Het poortgebouw was het kantoor van Lodewijk Pincoffs. Hotel Pincoffs is gevestigd in het voormalige douanekantoor.